Hoe kom ik daar nou weer op zult u zich misschien afvragen. Nou een jaartje of 2 geleden heeft Hans Willink een keer een column over mij geschreven en ik las het van de week nog is terug en dacht “Die man zit er niet ver naast.” Ik zou zeggen lees de onderstaande column maar eens door. Ik heb namelijk deze keer geen zin om jullie weer te gaan lastig vallen met al mijn toernooiproblemen en heb besloten om jullie de onderstaande column aan te bieden. Het is iets waar ik met veel trots op terugkijk en het geeft me het juiste gevoel wat ik in me korte carrière al bereikt heb. En geloof mij ik ben nog lang niet klaar.
‘Hiawatha is op oorlogspad’ was een veelgehoorde kreet in mijn jeugdjaren. De kleine Indiaanse stripheld uit de Donald Duck beleefde allerlei avonturen waarbij van alles mis ging. Als wij zeiden dat Hiawatha op oorlogspad ging, dan waren we altijd boos met een knipoog. Wel fanatiek, maar niet echt kwaad. Hoe komt een herinnering als deze nou boven borrelen? Dat zal ik uitleggen. Ik kreeg laatst de uitslagen van Open Zuid-West Nederland onder ogen. Toen ik naar het gedeelte van de dameswedstrijden keek ontsnapte mij de kreet uit mijn jeugd. Rilana Erades had in de halve finale Francis Hoenselaar met 3-0 verslagen om vervolgens de finale met 4-0 te winnen van Karin Krappen.
Dat is geen rotzooi! Als je deze twee dames met zulke cijfers huiswaarts stuurt dan kun je wat. Dan ben je iemand. Maar dat wisten we eigenlijk al een beetje. Rilana breekt door naar de top en doet dat door een spoor van vernielingen achter te laten. Indrukwekkend en interessant. Maar om haar nou te vergelijken met een Indiaans jongetje uit een stripblad gaat zelfs mij wat ver. Dus noem ik haar vanaf nu in gedachten Zilverslang, zoals het zusje van Hiawatha heet. Het past ook wel een beetje bij Rilana uit Leiden. Ik ben benieuwd of ze Zilverslang met de rollende Leidse R kan uitspreken.
Het lijkt me geweldig als ze voortaan voor haar wedstrijden even in zichzelf mompelt: ‘Zilvurrslang is op oorlogspad!’. Om vervolgens – bijna achteloos – drie tomahawks in de triple twintig te jassen.
Tekst: Hans Willink